10 april 2013 - Salles - San Sebastian

11 april 2013

We wijken alweer af van ‘onze planning’. We willen niet meer dan 200 kilometer rijden, dus Burgos (400 kilometer) komt later wel. We koersen af op een camping 5 kilometer buiten San Sebastian ofwel Donostia. De wind van gisteren is gaan liggen (of komt nu van achteren), maar vandaag worden we wat afgeremd door kilometers lange wegwerkzaamheden en het rookalarm dat om het kwartier loos afgaat. Arnold slecht de wegbarrières en Annemieke ontmantelt het alarm vakkundig. En zo kwam alles weer goed.

Aangekomen in San Sebastian wijst onze TomTom ons geduldig de weg, die steeds steiler en bochtiger wordt. In een scherpe bocht valt ons oog op een bord waarop staat dat de weg naar Igueldo – de camping of de heuvel waarop de camping staat – is afgesloten. Een vriendelijke Bask gebaart ons dat we om moeten rijden. Uit zijn uitleg begrijpen we dat de camping in ieder geval wel open is. De eerste uitdaging is om de camper in deze bocht te keren. Bezig met dit inspannende karwei wuift een andere Bask op een brommer naar ons. Annemieke spurt naar buiten en krijgt – denkt ze – dezelfde uitleg als zo-even. De man gebaart dat hij ons de weg wel wil wijzen. En zo volgen we – eenmaal omgekeerd – een Bask op een brommer. Hij levert ons netjes af bij een van de twee camperplaatsen in het  hartje van de stad – dicht bij de universiteit. We kijken elkaar aan: het is geen camping, maar dit is ook prima, toch?

We installeren ons en constateren dat het buiten inmiddels dik boven de twintig graden moet zijn. Blauwe lucht, zonnetje en een lekker windje. Nadat we – met hulp van een Belgische ‘medecampenaar’ – de verschuldigde overnachtingskosten van € 3,10 in de parkeerautomaat geworpen hebben, gaan we wandelend de stad in. Op zoek naar de beroemde baai van San Sebastian. Na ongeveer 20 minuten rechtdoor wandelen (richting het Noorden, want daar ligt volgens Arnold de zee) doemen de zee en het strand voor onze ogen op. De hondjes kunnen hun geluk niet op: balletje, balletje met een Spaanse Beagle; wat wil een hond op een gewone woensdag nog meer? Van al dat ballengooien krijgen we trek. Tijd voor een lunch op een terras met uitzicht op zee. Na de welverdiende lunch (vinden we zelf) en een stevige wandeling terug naar de camperplaats, proosten we in de zon voor de camper op de rest van onze vakantie. Het leven is goed!